Waarom regelen.
In een ontwerp, produkt, proces komen wij vaak grootheden tegen die we in korte
tijd op een bepaalde waarde willen brengen en dan constant willen houden.
Daarbij treden er van buiten verstorende invloeden op, waardoor het constant
houden een actief proces moet zijn.
Voorbeelden.
- Cruisecontrol van de auto: Je wilt de snelheid constant houden, maar
- de tegenwind verandert, of
- de weg stijgt en daalt als je een viaduct over gaat.
- De temperatuur in de kamer: Je wilt een behaaglijke temperatuur hebben, maar
- het wordt buiten warmer of kouder, of
- er staat een deur of raam open.
- De lens van een DVD-speler: voor een scherpe afbeelding van de laser moet de
afstand tot de plaat op ± 1µm constant zijn, maar:
- de draaiende plaat is een beetje krom (afwijkingen tot ± ½mm)
- het asje van de draaitafelmotor heeft speling in zijn lagertjes,
- het frame is relatief slap,
- de slede van het uitleessysteem heeft speling op de geleidestaafjes.